Nieuwsbrief ontvangen?

In gesprek met Casper Braat: ‘Ik laat de mooiheid van een alledaags object zien’

Ter gelegenheid van de nieuwe expositie ‘Defect‘, waarin het werk van Casper Braat opnieuw centraal staat, brengen we graag dit interview uit 2022 over zijn doorlopende serie ‘Forever‘ onder de aandacht. In dit gesprek deelt Braat zijn verhaal achter de marmeren sculpturen, de rol van het alledaagse en de achterliggende concepten die zijn werk tot op heden nog steeds definiëren. Laat je meevoeren en ontdek hoe Braat’s visie en ideeën, nu met de nieuwe expositie ‘Defect’, opnieuw tot leven komen.

Defect is te zien tijdens Dutch Design Week 2024, van 18 t/m 27 oktober. De galerie is dagelijks geopend tussen 11:00 en 18:00 uur, meer info vind je hier.

Hallo Casper! Zou je jezelf kunnen voorstellen? Waar en wanneer ben je geboren, en waarmee houd je je op dit moment bezig?

Hoi, ik ben Casper Braat! Ik ben geboren in Amsterdam in 1991, maar ben daar niet opgegroeid. Mijn ouders woonden namelijk in Monnikendam. Zelf woon ik in Amsterdam sinds 2010, toen ik begon aan designLAB, een onderdeel van de Gerrit Rietveld Academie. Het designLAB is min of meer de afdeling industriële vormgeving van de Academie, maar is echter niet zoals de Design Academy Eindhoven. Deze laatste is namelijk heel technisch, terwijl designLAB iets meer de designafdeling is binnen de Gerrit Rietveld Academie, waar je bijvoorbeeld leert om in 3D te tekenen. 

Je hebt gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar je in 2015 afstudeerde. Omdat dit nog niet zo lang geleden is, zouden we graag even met je terug willen gaan naar deze tijd. Waarmee hield je je tijdens je studie bezig? Welke onderwerpen trokken je aandacht?

Toen ik studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie was ik helemaal niet zo bezig met ‘kunstenaar worden’, of iets in die trant. Ik was meer bezig om vanuit een door mijzelf opgezet onderzoek tot een eindwerk komen. Zo ben ik een tijd lang naar dierententoonstellingen geweest, waar kippen of katten tentoon werden gesteld. Dit vormde dan de inspiratie om hierna iets te gaan maken. Ik werk nog steeds op deze manier, maar ik denk dat het eindwerk er tijdens mijn studie aan de Academie niet echt toe deed. Nu is dit eindwerk juist steeds belangrijker geworden. Dat het er goed uitziet en dat het meer op zichzelf staat, zonder dat je het hele voortraject hoeft te weten. 

Op welke manier zijn deze onderwerpen of thema’s terug te zien in de kunst die je in deze periode maakte? Zijn dezelfde onderwerpen ook nu nog relevant? 

Als het gaat om een thema of onderwerp dat voor mijn kunst nu relevant is, dan is dit toch het dagelijks leven. Wat ik in het algemeen doe, is dat ik laat zien hoe mooi de lelijkheid van alledag kan zijn. Of misschien laat ik zien hoe mooi dingen kunnen zijn die je normaal niet als kunst zou herkennen. Op dit moment laat ik bij COVA Art Gallery ook beelden zien uit de serie Forever. Dit zijn allemaal hedendaagse gebruiksvoorwerpen, zoals een koffiezetapparaat of een frituurpan, die je normaal niet per se in je huis zou willen hebben, of die ook niet per se goed vormgegeven zijn. Ze zien er namelijk allemaal hetzelfde uit: elk koffiezetapparaat is ongeveer hetzelfde, met uitzondering van kleine vormnuances, maar door ze tot sculptuur te maken wordt het iets waar je op een andere manier naar kijkt. Je gaat het automatisch zien als kunstwerk en meer kijken naar de vorm. Op die manier kun je wel zien hoe mooi het is, terwijl het eigenlijk nog steeds hetzelfde plastic ding is. Dus de waarde van zo’n non-ontwerp en de mooiheid van zo’n alledaags object laten zien is iets dat ik doe in deze serie. Iets wat je normaal gesproken niet zou willen hebben, te vermaken tot iets wat je wel wil hebben en waarnaar je wel wil kijken. 

Wat heeft je ertoe aangezet om kunstenaar te worden? Waaruit haal je de meeste voldoening? 

Ik heb nooit per se de keuze gemaakt om ‘kunstenaar’ te worden; dit is meer iets hoe men me nu noemt, of een beschrijving van wat ik nu doe. Er is een drive om te maken wat ik maak en dit is ook verweven met wie ik ben, dus op een gegeven moment ben je dan kunstenaar geloof ik! 

Hebben je tijd en opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie invloed gehad op Casper Braat als mens en kunstenaar en zo ja, op welke manier? 

Ik denk dat het stukje ‘techniek’ dat ik van designLAB heb meegenomen – of het kijken naar een ontwerp met een technische blik – nog steeds is terug te zien in mijn kunstwerken, omdat daar soms ook best veel techniek in zit. Een voorbeeld hiervan is de bewerking van metalen, zoals goud, maar ook de vormgeving van een beeld zelf. Hierbij komt ook best wat techniek kijken.

Kun je iets vertellen over de periode tussen je afstuderen en deze solotentoonstelling? Welke momenten en keuzes hebben bijgedragen aan je huidige situatie?

Ik ben afgestudeerd met een project getiteld McJezus, waar ik McDonald’s – of sommige delen ervan – opnieuw heb ontworpen, maar met een katholieke inslag. Dus Ronald McDonald werd bijvoorbeeld een soort Jezusfiguur; goud met een aureool. Maar ook alle bakjes en zakjes heb ik opnieuw gebrand met een geel kruis in plaats van de kenmerkende M. Tijdens de tentoonstelling liepen er ook nonnen rond die friet verkochten. Na mijn afstuderen heb ik dit project nog best vaak laten zien op kleinere en grote tentoonstellingen door het land, waar ik wat meer reacties heb gekregen uit de ‘echte’ wereld. En dat is eigenlijk wel het leukst. 

Hoe heb je deze periode ervaren? Is de kunstwereld wat je ervan verwachtte, of ben je veel verrassingen – zowel in positieve als negatieve zin – tegengekomen? 

Na het behalen van mijn diploma ben ik heel bewust doorgegaan met het maken van kunst. Helaas stoppen veel afgestudeerden hier binnen een aantal jaren mee, omdat er in principe niemand zit te wachten op ons werk. Het is wat dat betreft moeilijk om gezien te worden, en je kunst aan de man te brengen. Daarom is het belangrijk om ook na je afstuderen kunst te blijven maken, zodat je jezelf continu blijft vernieuwen en bezig blijft. Dit kan soms moeilijk zijn, zeker in het begin. Zo heb ik een jaar na mijn afstuderen een solotentoonstelling in Naarden gehad, waar ik niks verkocht. Dit viel natuurlijk erg tegen, want als kunstenaar hoop je stiekem toch dat je werk meteen aanslaat. Als het gaat over de kunstwereld zelf, heb ik geen hele duidelijke verwachtingen. Ik heb gemerkt – en ik denk dat dit ook voor veel anderen herkenbaar is – dat iedereen zijn of haar eigen weg al doende verkent. We lijken er allemaal gaandeweg en in de praktijk pas achter te komen wat onze plaats eigenlijk is, en duidelijk vooropgezette theorieën helpen hierin niet per se. 

Wat motiveert je tot het maken van kunst? Waaruit haal je inspiratie? 

Als het gaat over inspiratie voor mijn werk, kan dit alles zijn. Als het gaat over mijn proces om tot een werk te komen, is een soort veldonderzoek meestal de eerste stap. Dus bij de Forever serie kan het zijn dat ik naar heel veel Blokkers en andere winkels ga om te bekijken wat er nu te zien is. Daarvan bouw ik een hele set met foto’s op, om erachter te komen dat de producten eigenlijk allemaal hetzelfde zijn. Vervolgens ga ik op zoek naar een archetype. Maar voor een nieuw project over een vliegveld, waarmee ik nu bezig ben, heb ik bijvoorbeeld een week lang op vliegvelden gewoond om vanuit daar tot onderzoek te komen. Dat is voor mij dan eigenlijk genoeg inspiratie om nieuw werk te maken. 

Je solotentoonstelling in COVA Art Gallery zal gericht zijn op je doorlopende Forever serie. Kun je ons hier iets over vertellen? Waar gaat de serie over, en hoe ben je op het idee gekomen? 

Forever is een doorlopende serie van allerlei gebruiksvoorwerpen die je normaal gesproken niet wil hebben, maar die ik nu tot beeld heb gemaakt, waardoor je ze wel wil hebben. De reden om hiermee aan de slag te gaan was dat mij opviel dat al deze apparaten er hetzelfde uitzien, en dat er niet echt een ontwerp aan vast lijkt te zitten. Hierdoor zijn het allemaal een soort archetypes, maar gelijktijdig zijn het stuk voor stuk apparaten die niet gemaakt zijn om voor een langere periode mee te gaan. Dus ze zijn eigenlijk al gemaakt met het idee dat ze maar een paar jaar meegaan, en daarna weer vervangen kunnen worden. Om te laten zien hoe mooi deze alledaagsheid is, heb ik ze tot beeld gemaakt. Maar als sculptuur krijgen ze ook direct een plek in de tijd, zodat men in de toekomst misschien kan terugkijken en denkt: ‘Oh, dat is hoe de mens toen leefde!’ Want ik weet niet of we over honderd jaar nog steeds koffiezetapparaten hebben die maar zo kort kunnen meegaan.




De sculpturen in je Forever serie zijn gemaakt van marmer, een materiaal dat – zo lijkt ons – moeilijk te hanteren is. Hoe ga je te werk in de vervaardiging van je sculpturen? 

Omdat de sculpturen worden getoond tijdens de Dutch Design Week denk ik dat er veel vragen zijn over hoe ze gemaakt zijn, en naar de techniek achter de werken. Maar als je te veel weet van het maakproces, neemt dit naar mijn idee ook wat weg van de magie van het kunstwerk. Het is namelijk best interessant: ‘Hoe is dat ding nou uit een blok marmer gekomen?’ Maar misschien wil je, net als bij een goocheltruc, ook hier helemaal niet weten hoe het is gebeurd, en wil je in de fantasie van hamer en beitel worden gelaten. 

Wit marmer is een materiaal dat bekend en geliefd is sinds de klassieke oudheid: veel mensen zullen de Venus van Milo in het Louvre kennen, net als Michelangelo’s David in Florence. Dit laatste beeld komt ook in jouw oeuvre op een verrassende manier terug. Spelen deze of andere voorbeelden uit de kunstgeschiedenis een belangrijke rol in jouw werk? 

Voor mij gaat het gebruik van marmer niet alleen om het ambacht, maar is het materiaal ook een manier om deze beelden in een chronologie te plaatsen. De oude Grieken gebruikten namelijk al marmer om beelden te maken, waardoor het materiaal nu gelijk met kunst wordt geassocieerd. Een beeld gemaakt van wit marmer uit Carrara wordt automatisch herkend als kunstwerk en geplaatst in de tijdlijn van alle kunstwerken die in marmer gemaakt zijn. Dus het werken in marmer is voor mij meer een manier om de serie in zo’n tijdlijn te plaatsen dan dat ik al in dit materiaal werkte en deze serie er als resultaat uit is gekomen. Het is in dit opzicht echt een ambacht dat ik gekozen heb om mijn concept vorm te geven. Ik kan me ook voorstellen dat ik in de toekomst weer een ander materiaal gebruik, maar wat er precies aankomt weet ik nog niet. 

In je Forever serie lijken contrasten een voorname positie in te nemen. Een voorbeeld is het gebruik van kostbare materialen, zoals marmer en goud, om alledaagse voorwerpen weer te geven. Werk je in jouw kunst bewust met het verbinden van deze tegenstellingen? 

Ja, in dit specifieke geval wel! Eén van de doelen die ik met de Forever serie wil bereiken, is dat men zich verwondert over de schoonheid van het gewone. Een manier om alledaagse voorwerpen tot monumenten om te vormen, is door ze in kostbare materialen weer te geven. Zo worden ze direct herkend als iets speciaals, als objecten die onze aandacht verdienen. 

‘De perversie van het alledaagse’ is een interessante gedachte die je in het kader van jouw kunst eerder hebt meegegeven. Wat bedoel je precies met deze bewoording? Hoe definieer je perversie, en moet dit volgens jou verworpen of juist gevierd worden?

Als het gaat over het ‘alledaagse’, dan zijn het natuurlijk de reclames en populaire cultuur die ons heel goed laten zien wat er populair is, of wat je onbewust wil. Dit vind ik heel interessante fenomenen, omdat je er erg veel van kunt leren. Het laat zien wat je eigenlijk diep vanbinnen zou willen. Dit komt vaak neer op glimmende, grootse en nieuwe dingen. Duidingen als ‘nieuw’, ‘nog niet gebruikt’ en ‘glimmend’ zijn thema’s die veel terugkomen in mijn werk. Zo heb ik voor de Forever serie ook een afwasblokje gemaakt van goud, dat in een plastic verpakking zit. Dit kunstwerk gaat ook over dat ‘nieuwe’, dat je altijd het idee hebt dat er iets nieuws uit te pakken is. 

In de interpretatie van kunst wordt vaak gesproken over de betekenis of boodschap ervan. Dient kunst voor jou een boodschap te hebben en zo ja, welke wil jij delen met het publiek? 

De voorliefde voor het ‘nieuwe’ is een probleem in deze wereld, omdat iedereen alles nieuw wil hebben. Dit zorgt natuurlijk ook voor veel vervuiling. Het is niet iets waar ik per se kritiek op heb, maar het komt wel terug in mijn werk. Waar ik laat zien hoe mooi dit probleem – of de producten die het oplevert – ook kan zijn, ten minste voor zolang we dat nog kunnen voordat de aarde ‘op’ is. Dus ik denk niet dat ik met mijn werk kritiek probeer te uiten op die wereld van overconsumptie en alle problemen die eromheen spelen, maar dat ik meer wil laten zien hoe mooi het is wat we hebben, al is het dan slechts voor nu. Want waarschijnlijk hebben we dit niet voor altijd. 

Naast de beelden uit de Forever serie heb je onder meer installaties gemaakt waarin publieksdeelname een cruciaal onderdeel vormde. Is het engageren van het publiek voor jou belangrijk? Beschouw je deze installaties als een vorm van performance art? 

Ik zie mijn werk niet per se als performance art, al speelt dit soms wel een rol in mijn kunst. Ik ben voor een volgende tentoonstelling op dit moment bezig met een vliegveld, en hier is de bezoeker wel de performer binnen de setting. Het is meestal wel zo dat de presentatie of presentatievorm een belangrijk onderdeel is van mijn kunstwerken. Zo is de huidige plaatsing van de beelden in de galerie heel weloverwogen; ze zijn niet zomaar op een sokkel gezet. Op deze manier krijgen ze wel een extra lading. De serie is dus niet per se performance art, maar meer een overall ontwerp waarbij de presentatie ook onderdeel is van het werk en vice versa. 

Met de term performance art en de eerder genoemde readymades belanden we al snel bij een categorisering op basis van kunsthistorische concepten. Biedt een dergelijke indeling houvast in het artistieke proces, is het een beperking, of vormt het bestaan ervan juist inspiratie? 

Het gebruik van bestaande dingen of readymades in de kunst is niet iets nieuws, maar ik denk wel dat het nog steeds relevant is om de dagelijkse wereld te laten zien. Of om te tonen hoe mooi de dagelijkse wereld is, en al die gekke dingen uit te lichten die normaal niet opvallen.

Je bent een jonge en talentvolle kunstenaar, en hebt een lange toekomst voor je. Zijn er nog ideeën of concepten die je graag zou willen onderzoeken en ontwikkelen? Wat zijn je doelen voor de komende jaren?

Als ik naar de toekomst kijk, zou ik de onderzoeken die ik voor mijn kunst uitvoer graag nog wat uitgebreider willen doen. Dus voor wat langere periodes, en wat meer in detail. Ook zou ik graag nog groter willen werken. Het lijkt me wel spannend om beelden te maken die je niet zo makkelijk kunt verplaatsen, maar dat is misschien ook een soort ego-dingetje! Hiernaast zou ik nog graag in brons willen gaan werken, maar het is technisch best ingewikkeld om dat perfect te krijgen. 

Wij zijn uiteraard vereerd dat we met je hebben mogen samenwerken voor deze tentoonstelling. Waarom heb jij ervoor gekozen om voor deze solo-expositie samen te werken met COVA Art Gallery? 

Ik voel me ook erg vereerd om samen met jullie deze tentoonstelling neer te zetten! Met wat meer een ontwerpersachtergrond en kunst die vaak een beetje tussen autonoom en ontwerp in zweeft, vind ik het heel interessant om mijn werk – via de Dutch Design Week – te presenteren aan een publiek met een ontwerpersoog, maar binnen de setting van een kunstgalerie. 

Defect is te zien tijdens Dutch Design Week 2024, van 18 t/m 27 oktober. De galerie is dagelijks geopend tussen 11:00 en 18:00 uur, meer info vind je hier.

Vragen?

Neem contact op